Aanbevelingen uit de richtlijn waar u zelf om kunt vragen
In de richtlijn staan aanbevelingen voor zorgverleners over goede zorg aan dwarslaesiepatiënten rondom ‘het zitten’. Zelf kunt u ook om deze zorg vragen. Zo is er de aanbeveling dat uw zorgverleners specialistische kennis moeten hebben over ‘goed zitten’. Ook is er de aanbeveling dat verschillende zorgverleners met elkaar samenwerken, zoals de ergotherapeut en de fysiotherapeut. Bij de aanbevelingen staat ook dat het goed is dat een deskundige minimaal één keer per twee jaar kijkt hoe u in de rolstoel zit. Dat kan bijvoorbeeld tijdens de nazorgpoli in een gespecialiseerd dwarslaesierevalidatiecentrum.
Vraag op tijd om hulp
Probeer om hulp te vragen voordat u klachten krijgt. Niet altijd schakelen patiënten op tijd hulp in wanneer ze niet goed zitten. Als u zelf veel weet over ‘goed zitten’ is het makkelijker om zelf te herkennen wanneer u hulp nodig heeft.
Kennis hebben over zitten, over complicaties en over hulpmiddelen
Daarnaast is het belangrijk dat u de risico’s kent van het zitten, en dat u weet hoe u complicaties voorkomt. Bijvoorbeeld doordat u weet wat gezond zitgedrag is, wat voor u een goede houding en ondersteuning is, wat de juiste hulpmiddelen zijn en hoe u aan deze hulpmiddelen komt. Daarnaast is het belangrijk om te weten hoe u het beste uw rolstoel aandrijft, zodat u geen schouderklachten krijgt.
Hoe komt u aan de juiste rolstoel?
Bij het krijgen van de juiste rolstoel zijn veel mensen betrokken: uzelf, zorgverleners, leveranciers, indicatiestellers (vaak WMO ambtenaren) en financiers. Hierdoor is het voor patiënten vaak onduidelijk hoe het aanvragen van een rolstoel werkt. Het helpt wanneer u een folder leest over hoe het aanvragen werkt. Het helpt ook als u bij het aanvragen van de rolstoel een verslag van een zitonderzoek meestuurt. Met de informatie uit het zitonderzoek kan een deskundige bepalen aan welke eisen uw rolstoel moet voldoen. Het advies van een zitadvies team helpt ook om de juiste rolstoel te krijgen. Het advies van de ergotherapeut uit het zitadvies team is dan bepalend.